“Pappa heeft een jurk aan!”
Het verhaal gaat dat toen ik nog heel klein was en samen naast mijn moeder en zussen in de kerkbank zat, hard heb geroepen “Pappa heeft een jurk aan!”
Gelukkig konden de geliefde ‘broeders en zuster Gods’ er hartelijk om lachen en mijn vader zal wel gegrinnikt hebben en verder zijn gegaan met zijn werk. Hij was nl de dominee op de kansel die in een jurk/toga zijn schaapkens toesprak.
Mijn vader droeg dus een jurk en werd daarmee de herder van zijn schaapkens. Door zijn jurk kreeg hij gezag. Door zijn jurk luisterde mensen en zeiden ze: “De dominee heeft weer mooi gesproken”. En: “Gode zij eer en ook de rest van de familie Glaubitz”. Want draagt je vader een jurk dan dragen zijn kinderen, zij het onzichtbaar, ook zo’n robe.
Het gaf mijn vader aanzien maar hij kon ook last van zijn jurk hebben. Want hij was dominee, maar vooral ook een mens met rare fratsen die, vooral op onze vakanties ver van de gemeente, gevierd mocht worden. Ooit een dominee licht aangeschoten gezien? Ik wel. Het was ontzettend grappig.
En natuurlijk heb ik een tik van de molenwiek meegekregen. Want als ik mijzelf als trainingsacteur zo braaf en volgens de dogma’s van communicatie zie optreden, als ik hard probeer volgens de regels van het vak feedback te geven en professioneel sociaal en invoelend ben, als ik mijzelf hoor praten over hoe het zit en hoe het ‘moet’ dan denk ik: “Johann je bent net je vader. Trek die jurk uit! Wees eens gek, wees eens jezelf!
Maar zo gemakkelijk is dat niet, want de trainer en de deelnemers willen mij in die jurk. En ik ben van hen afhankelijk. Zij zijn mijn bron van inkomsten. En, laat ik eerlijk zijn als je op een kansel gezet wordt krijg je wel heel veel positie. En dat is ook best lekker. Net zoals mijn vader die door zijn gemeente betaald werd en lof, aandacht en positie kreeg.
Toch, mijn vader was vooral een prachtig mens als hij zijn toga aan het haakje hing.
Moet ik ook meer doen.
Johann Glaubitz