Feedback, aanvallen of verdedigen?
Feedback geven is spannend.
Dat is een open deur, ik weet het, maar ik wil toch een klein blogje er aan wagen, omdat er zo vaak vergeten wordt hoe spannend het wel is en waar die spanning misschien vandaan komt.
Ik schrijf dit vanuit de gedachtegang van Voice Dialogue.
Stel, we worden kwetsbaar geboren. En stel dat we, als kwetsbaar wezen, als eerste een muurtje bouwen ter bescherming van onze kwetsbaarheid. En stel dat muurtje bestaat uit gedrag, gedragen door overtuigingen en vaardigheden.
Dan zou ons gedrag er dus vooral zijn om ons staande te houden in het leven, maar vooral ook om onze kwetsbaarheid te beschermen.
En dan beland je in een training of een coaching, gestuurd of vrijwillig, en dan gaat een trainer je vertellen dat je gedrag niet altijd effectief is.
O.k. misschien niet effectief voor het behalen van de targets van je leidinggevende. Maar het was wel zeer effectief om je kwetsbaarheid te beschermen.
Als ík zou moeten kiezen dan zou ik toch in de eerste plaats voor mijn eigen veiligheid gaan.
Dan wordt het geven en ontvangen van feedback veel meer dan het in de praktijk brengen van een handig ezelsbruggetje die begint met het beschrijven van gedrag. Maar wordt het een van de meest riskante vaardigheid die er bestaat. Want vaak wordt feedback gegeven omdat de feedback-gever wil dat anders je anders gaat worden. Dat jouw die bescherming van je basis-kwetsbaarheid maar even op moet geven.
Dan snap ik heel goed dat je je als feedback-ontvanger te pletter schrikt en alle zeilen bijzet om het geslagen gat in je muur met alle middelen dicht te metselen. En dat het als feedback-gever doodeng is. Want misschien komt er wel iets terug wat een gat in jou muurtje wil slaan.
Dus geen feedback meer geven? Dat is ook zonde. Want in kwetsbaarheid ontmoeten we elkaar.
Gewoon weten dat het rete spannend is. En het niet laten verworden tot iets wat even tussen neus en lippen kan gegeven worden.